Glossarium astronomicum

Een verklarende lijst met astronomische termen

Hemelbol

- Geplaatst in glossarium-h door

Hemelbol

Beschrijving: De hemelbol is een denkbeeldige, holle bol met een oneindig grote straal, die gecentreerd kan worden op de aarde, het middelpunt van de zon of een andere geschikte plaats. Hemellichamen lijken vast te zitten aan de binnenkant van de hemelbol, en de planeten, de zon en de maan lijken er langzaam overheen te bewegen. Het wordt gebruikt in bolcoördinatensystemen. De hemelbol lijkt één keer per dag te draaien vanwege de rotatie van de aarde.

Verwante termen:

Hemelcoördinaten
Hemelpool
• Horizon
• Zenit
• Dag

Azimut

- Geplaatst in glossarium-a door

Azimut

Beschrijving: In een horizontaal coördinatensysteem verwijst azimut naar de richting (hoek langs de horizon) waarin het object zich bevindt. Het wordt gemeten in graden, beginnend vanuit het noorden en richting het oosten. Azimutwaarden bestrijken een volledige cirkel van 0 tot 360 graden. Met andere woorden, als u een denkbeeldige boog tekent op de hemelbol van het object naar de horizon, loodrecht op de horizon, geeft de azimut de locatie aan van het punt waar deze boog de horizon raakt. Een object direct in het noorden heeft een azimut van 0 graden, een object direct in het oosten een azimut van 90 graden, enzovoort. In oudere leerboeken, die in meerdere landen werden gebruikt, was het gebruikelijk om de azimut te meten vanaf het zuiden naar het westen. De azimutwaarden in die leerboeken zouden dus 180 graden verschoven zijn.

Gerelateerde termen:

Altitude
• Horizon

Altitude

- Geplaatst in glossarium-a door

Altitude

Altitude heeft twee betekenissen: het duidt een specifieke hoek aan in een bepaald type coördinatensysteem ("de altitude van een ster") of een verticale afstand ten opzichte van een bepaald referentieniveau ("5000 m boven zeeniveau").

In de astronomie (en landmeetkunde) is altitude een hoek in zogenaamde horizontale coördinatensystemen. Die hoek meet hoe hoog een object zich boven de horizon bevindt – als u uw vinger naar het object wijst en vervolgens recht naar beneden naar de horizon beweegt, zal de richting van uw arm zijn veranderd met de hoek die de hoogte aangeeft. Altitude wordt gemeten in graden of in radialen. Een object aan de horizon heeft een hoogte van 0°, en een object dat zich recht boven u bevindt, "in het zenit", heeft een hoogte van 90°. Negatieve hoogtewaarden worden toegekend aan objecten die zich momenteel onder de horizon bevinden – daar meet de hoogtehoek hoe ver het object zich onder de horizon bevindt. Een object dat zich recht onder uw voeten bevindt, "in het nadir", heeft een altitude van –90°.

In andere contexten, zoals in de luchtvaart of atmosferische fysica, is hoogte een maatstaf voor hoe hoog een plaats zich boven een bepaald referentieniveau bevindt. Op aarde wordt hoogte vaak gedefinieerd als de hoogte boven zeeniveau. In deze betekenis wordt hoogte gemeten in een lengte-eenheid, zoals meters.

Gerelateerde termen:

Azimut
• Horizon
• Zenit
• Nadir