Oppositie
Wanneer twee astronomische objecten in tegengestelde richtingen aan de hemel lijken te staan, of bijna lijken te staan, ten opzichte van een waarnemer, zegt men dat ze in oppositie staan. Het is niet noodzakelijk dat beide objecten daadwerkelijk zichtbaar zijn voor de waarnemer. Bij volle maan bijvoorbeeld staan de zon, de waarnemer op aarde en de maan op één lijn, zodat het zichtbare deel van het maanoppervlak volledig door de zon wordt verlicht – tenzij de uitlijning perfect is, in welk geval er een maansverduistering plaatsvindt. Wanneer een planeet, komeet of asteroïde in oppositie staat, verwijst dit meestal naar de zon en waarnemers op aarde.
Wanneer een planeet in oppositie staat, ziet hij er bijzonder helder uit, lijkt hij in een andere richting te bewegen dan normaal (“retrograde beweging” omdat de aarde sneller beweegt op zijn binnenbaan) en staat hij bijzonder dicht bij de aarde.
Gerelateerde termen:
• Conjunctie
• Maanfase
• Transit