Sterevolutie beschrijft het verouderingsproces van sterren en hoe ze veranderen tijdens hun levenscyclus. In tegenstelling tot in de evolutionaire biologie verwijst sterrenevolutie niet naar veranderingen in eigenschappen tussen verschillende generaties sterren.
Sterren brengen het grootste deel van hun leven door in de hoofdreeksfase van stellaire evolutie, waarbij ze waterstof in hun kern tot helium fuseren en energie vrijgeven. Naarmate een ster ouder wordt en de waterstof in zijn kern opraakt, zal de kern samentrekken en mogelijk zo heet worden dat heliumfusie begint. Afhankelijk van de massa van de ster kan dit ertoe leiden dat de ster evolueert tot een reus of superreus. In sommige reuzen en superreuzen produceert fusie steeds zwaardere elementen.
Sterren met een initiële massa tussen de helft en acht keer de massa van onze zon zullen uiteindelijk kernen van koolstof, zuurstof en/of neon hebben, terwijl de fusie van waterstof en helium doorgaat in schillen rond de kern, waardoor ze een gelaagde ui-achtige structuur krijgen. Uiteindelijk zullen ze hun buitenste lagen verliezen, die een planetaire nevel gaan vormen, waardoor alleen de kern overblijft als een kleine, helderwitte dwerg. Sterren met een massa van meer dan acht zonsmassa's blijven zwaardere elementen fuseren totdat de kernen in hun kern zijn gefuseerd tot ijzer. Verdere fusie kan dan geen extra energie vrijmaken. Dit veroorzaakt een supernova-explosie, die een zeer compacte neutronenster achterlaat of, in het geval van zeer massieve sterren, een zwart gat.
Zowel planetaire nevels als supernova-explosies stoten materie van sterren uit in het interstellaire medium. In bepaalde andere fasen van hun evolutie stoten veel sterren ook massa uit door middel van sterrenwinden, extreme pulsaties of explosies. De uitgestoten materie is verrijkt met zware elementen als gevolg van de kernfusie en, in het geval van een explosie, van kernreacties tijdens de explosie zelf. Dit verrijkte materiaal kan worden opgenomen in toekomstige generaties sterren.
De evolutie van sterren tijdens al deze fasen kan worden beïnvloed door interactie met een begeleider in een meervoudig sterrenstelsel.
Gerelateerde termen:
• Zwart gat
• Hoofdreeks
• Neutronenster
• Kernfusie
• Planetaire nevel
• Sterrenresten
• Supernova
• Witte dwerg
• Interstellair medium
