Glossarium astronomicum

Een verklarende lijst met astronomische termen

Zonnevlekkencyclus

- Geplaatst in glossarium-z door

Terug naar de woordenlijst

Een cyclische variatie van ongeveer 11 jaar in het aantal zonnevlekken dat zich op de zon vormt, wat overeenkomt met een variatie in de zonneactiviteit. Een nieuwe zonnevlekkencyclus begint na een periode van zonneminimum, wanneer de zon weinig tot geen zonnevlekken heeft. Aan het begin van een nieuwe zonnevlekkencyclus ontstaan zonnevlekken op breedtegraden rond +/- 30 graden (noord of zuid) van de evenaar van de zon. Naarmate de cyclus vordert, ontstaan nieuwe zonnevlekken op breedtegraden dichter bij de evenaar van de zon. Na verloop van tijd neemt het aantal zonnevlekken af naarmate de cyclus van het zonnemaximum naar het zonneminimum gaat, wat het einde van de cyclus aangeeft.

Gerelateerde termen:
Zonnecyclus
Zonnevlek

Zonnevlek

- Geplaatst in glossarium-z door

Terug naar de woordenlijst

Ook bekend als stervlek

Een zonnevlek is een tijdelijk, koel gebied dat wordt veroorzaakt door een sterk magnetisch veld in de fotosfeer van de zon. Zonnevlekken zijn gebieden waar magnetische fluxbuizen uit diepere lagen van de zon naar boven komen. Het sterke magnetische veld verhoogt de magnetische druk in deze gebieden. Om dezelfde druk te behouden als hun omgeving, moet de gas- en plasmadruk in de zonnevlek dalen, waardoor deze koeler wordt dan zijn omgeving. Omdat ze koeler zijn dan de omringende fotosfeer, zijn zonnevlekken door een telescoop te zien als donkere vlekken/vlekjes op het oppervlak van de zon. Zonnevlekken variëren in grootte van tientallen kilometers tot meer dan honderdduizend kilometer in doorsnee. Ze kunnen enkele dagen tot enkele maanden aanhouden. Het aantal en de locatie van zonnevlekken op de zon varieert gedurende de zonnecyclus. Ook andere sterren zouden vlekken hebben die worden veroorzaakt door hun magnetische velden.

Gerelateerde termen:
Fotosfeer
Zonnecyclus
Zon
Zonnevlekkencyclus
Magnetisch veld

Zon

- Geplaatst in glossarium-z door

Terug naar de woordenlijst

De zon is de ster die het dichtst bij de aarde staat. Voor astronomen is het een ster van het type “G2V”. Dit betekent dat de zon een hoofdreeksster is met een typische temperatuur (“effectieve temperatuur”) van 5800 kelvin (K). Hoofdreekssterren zijn stabiel, waarbij de energie die vrijkomt door waterstoffusie in hun kern de naar binnen gerichte kracht als gevolg van de zwaartekracht in evenwicht houdt. De zon lijkt wit voor het menselijk oog omdat ze veel licht uitstraalt over het hele zichtbare spectrum. Wanneer ze lager aan de hemel staat, kan de zon door de toegenomen atmosferische extinctie geel of oranje lijken, vandaar dat ze vaak als geel wordt afgebeeld. Sterren variëren van meer dan 1000 keer helderder dan de zon tot ongeveer 1000 keer zwakker, maar de helderdere sterren zijn relatief zeldzaam: de zon is helderder (en zwaarder) dan de meeste (misschien wel 85%) sterren in de Melkweg.

Voor astronomen is de zon interessant vanwege haar nabijheid, wat betekent dat het oppervlak in meer detail kan worden waargenomen, waardoor structuren en verschijnselen kunnen worden bestudeerd. Gedetailleerde studies van zonneactiviteit, die verband houdt met de magnetische velden van de zon, kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op: zonnevlekken (koelere gebieden), zonnevlammen (kortstondige heldere flitsen) en zelfs coronale massa-uitbarstingen (elektrisch geladen deeltjes die uit de zon worden geslingerd). Natuurkundigen hebben ook elementaire deeltjes, neutrino's genaamd, uit de kern van de zon gedetecteerd; dit is direct bewijs voor kernfusiereacties. Het element helium werd voor het eerst gedetecteerd in het zonnespectrum, vandaar de naam helium, die afkomstig is van Helios (in de Griekse mythologie de zonnegod).

Gerelateerde termen:
Hoofdreeks
Kernfusie
Zonnevlam
Ster
Zonnevlek
Effectieve temperatuur
Magnetisch veld
Neutrino
Coronale massa ejectie (CME)

Penumbra

- Geplaatst in glossarium-p door

Terug naar de woordenlijst

De penumbra (Latijn voor ‘bijna schaduw’) heeft twee betekenissen.

In de eerste betekenis verwijst penumbra naar het buitenste, minder donkere deel van de schaduw die tijdens een eclips op een lichaam wordt geworpen, waarbij het licht slechts gedeeltelijk wordt geblokkeerd. Bij een zonsverduistering bijvoorbeeld zullen waarnemers in het penumbra-gebied zien dat de maan de zon slechts gedeeltelijk bedekt en zullen ze alleen een gedeeltelijke verduistering zien.

In de tweede betekenis verwijst penumbra naar het duidelijk zichtbare buitenste en helderdere deel van een zonnevlek.

Gerelateerde termen:
Zonsverduistering
Zonnevlek
Umbra
Schaduw