Glossarium astronomicum

Een verklarende lijst met astronomische termen

Refractietelescoop

- Geplaatst in glossarium-r door

Refractietelescoop

Ook bekend als refractor en lenzentelescoop

Een refractietelescoop is een telescoop die een lens gebruikt als belangrijkste lichtverzamelend element. Dit in tegenstelling tot een reflectietelescoop, die een spiegel gebruikt voor deze functie. Refractietelescopen worden nog steeds veel gebruikt als amateur-telescopen, waarbij een speciale combinatie van lenzen die ongewenste kleureffecten corrigeren (“achromatische telescopen”) een uitstekende beeldkwaliteit kan opleveren voor visuele waarnemingen en astrofotografie.

In de professionele astronomie zijn refractietelescopen vanaf het begin van de 20e eeuw grotendeels verdrongen door spiegel-telescopen. Astronomen wilden steeds grotere openingen (lens- of spiegeldiameters), en het is moeilijk om refractietelescopen te maken met een lensdiameter van meer dan ongeveer een meter, omdat een lens alleen aan de rand wordt ondersteund, waardoor het zware midden van de lens onder invloed van de zwaartekracht doorhangt, waardoor de vorm en de optische eigenschappen van de lens worden vervormd.

Gerelateerde termen:

Galileïsche telescoop
Spiegeltelescoop
Breking
• Telescoop
• Lens
• Spiegel

Galileïsche telescoop

- Geplaatst in glossarium-g door

Galileïsche telescoop

In een refractietelescoop komt het licht eerst terecht op een bolle lens (convergerende lens), de objectieflens, die dient om invallende parallelle lichtstralen te bundelen. Dergelijke bijna perfect parallelle lichtstralen komen overeen met het licht dat we ontvangen van een ver verwijderd object, zoals een ster. Om een beeld te produceren dat met het oog kan worden waargenomen, moeten die convergerende stralen weer parallel worden gemaakt. Dit is de taak van een extra optisch element: het oculair, waar u uw oog op richt als u door een telescoop kijkt.

In een Galileïsche telescoop, genoemd naar het model telescoop dat in 1609 door Galileo Galilei werd gebouwd en werd gebruikt voor enkele van de eerste systematische astronomische telescoopwaarnemingen, wordt dit bereikt door een concave lens (divergerende lens) als oculair in te voegen. In een Kepler-telescoop, uitgevonden door Johannes Kepler in 1611, mogen de convergerende lichtstralen elkaar kruisen, waarna de resulterende divergerende lichtstralen parallel worden gemaakt met behulp van een tweede convexe lens. In vergelijking met een Kepler-telescoop biedt een Galileï-telescoop een rechtopstaand (niet omgekeerd) beeld, maar heeft hij een veel smaller gezichtsveld dan een Kepler-telescoop.

Het bredere gezichtsveld is de reden waarom bijna alle moderne refractietelescopen die door amateurastronomen worden gebruikt, een Kepler-ontwerp hebben – in het geval van bijzonder hoogwaardige telescopen, Kepler met extra lenzen voor een betere beeldkwaliteit. Voor professionele astronomie is het onderscheid tussen Kepler en Galileo grotendeels irrelevant: bij professionele waarnemingen worden camera's gebruikt in plaats van oculairs, en de meeste professionele telescopen zijn reflectietelescopen (spiegeltelescopen), geen refractietelescopen.

Gerelateerde termen:

Refractietelescoop
• Lens