Glossarium astronomicum

Een verklarende lijst met astronomische termen

Reflectietelescoop

- Geplaatst in glossarium-r door

Reflectietelescoop

Ook bekend als spiegeltelescoop of reflector

In een reflectietelescoop of spiegel telescoop is het belangrijkste optische element een spiegel, de “primaire spiegel”, die invallend licht verzamelt. Spiegel telescopen worden vaak gekenmerkt door de diameter van de primaire spiegel, variërend van 10 centimeter voor kleinere amateur telescopen tot acht meter voor de grootste vaste spiegels die worden gebruikt in professionele telescopen. Nog grotere verzameloppervlakken kunnen worden verkregen door meerdere spiegelsegmenten te combineren, die dan op een vergelijkbare manier werken als een grotere vaste spiegel. Er zijn verschillende soorten spiegeltelescopen.

In een Newton-telescoop wordt het licht dat van de hoofdspiegel komt bijvoorbeeld zijdelings door een kleinere, vlakke spiegel in een oculair of een camera gereflecteerd.

In een Cassegrain-telescoop reflecteert een kleinere, bolle secundaire spiegel het licht terug door een opening in de hoofdspiegel.

Gerelateerde termen:

• Brekingstelescoop
• Telescoop
• Spiegel

Galileïsche telescoop

- Geplaatst in glossarium-g door

Galileïsche telescoop

In een refractietelescoop komt het licht eerst terecht op een bolle lens (convergerende lens), de objectieflens, die dient om invallende parallelle lichtstralen te bundelen. Dergelijke bijna perfect parallelle lichtstralen komen overeen met het licht dat we ontvangen van een ver verwijderd object, zoals een ster. Om een beeld te produceren dat met het oog kan worden waargenomen, moeten die convergerende stralen weer parallel worden gemaakt. Dit is de taak van een extra optisch element: het oculair, waar u uw oog op richt als u door een telescoop kijkt.

In een Galileïsche telescoop, genoemd naar het model telescoop dat in 1609 door Galileo Galilei werd gebouwd en werd gebruikt voor enkele van de eerste systematische astronomische telescoopwaarnemingen, wordt dit bereikt door een concave lens (divergerende lens) als oculair in te voegen. In een Kepler-telescoop, uitgevonden door Johannes Kepler in 1611, mogen de convergerende lichtstralen elkaar kruisen, waarna de resulterende divergerende lichtstralen parallel worden gemaakt met behulp van een tweede convexe lens. In vergelijking met een Kepler-telescoop biedt een Galileï-telescoop een rechtopstaand (niet omgekeerd) beeld, maar heeft hij een veel smaller gezichtsveld dan een Kepler-telescoop.

Het bredere gezichtsveld is de reden waarom bijna alle moderne refractietelescopen die door amateurastronomen worden gebruikt, een Kepler-ontwerp hebben – in het geval van bijzonder hoogwaardige telescopen, Kepler met extra lenzen voor een betere beeldkwaliteit. Voor professionele astronomie is het onderscheid tussen Kepler en Galileo grotendeels irrelevant: bij professionele waarnemingen worden camera's gebruikt in plaats van oculairs, en de meeste professionele telescopen zijn reflectietelescopen (spiegeltelescopen), geen refractietelescopen.

Gerelateerde termen:

Refractietelescoop
• Lens