Geocentrisch model
Vroege modellen van het heelal waren geocentrisch, waarbij de aarde in het centrum van de kosmos stond en de maan, de zon en de planeten om haar heen draaiden ten opzichte van de ‘vaste’ sterren. Geocentrische modellen bestonden in veel culturen in de oudheid naast heliocentrische modellen, waarin de zon in het centrum stond.
Een invloedrijk geocentrisch model is het Ptolemaeïsche systeem, genoemd naar Claudius Ptolemaeus, een astronoom uit de 2e eeuw. Dit werd meer dan duizend jaar lang het meest prominente model van de kosmos in Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Aan het einde van de 16e eeuw begon een verschuiving naar een heliocentrisch model, dat gewoonlijk wordt geassocieerd met de naam van Nicolaus Copernicus.
Tegenwoordig weten we dat het zonnestelsel slechts een van de vele dergelijke systemen is, en zeker niet het centrum van het universum. In de praktijk worden geocentrische beschrijvingen van de hemel nog steeds gebruikt, maar alleen als een manier om te berekenen welke astronomische objecten op een bepaald moment vanaf een bepaalde locatie zichtbaar zijn.
Gerelateerde termen:
• Heliocentrisch model