Radiale snelheid
Wanneer astronomen een ver object observeren, is de radiale snelheid het deel van de beweging van het object langs de gezichtslijn van de waarnemer – waarbij het object zich rechtstreeks van de waarnemer verwijdert of rechtstreeks naar de waarnemer toe beweegt. Radiale snelheden worden gemeten met behulp van het Doppler-effect: Voor astronomische objecten die naar ons toe bewegen, verschuiven de spectraallijnen naar kleinere golflengten (blauwverschuiving); voor objecten die van ons weg bewegen, verschuiven de lijnen naar grotere golflengten (roodverschuiving). Radiale snelheid is altijd relatief ten opzichte van een waarnemer.
Nauwkeurige metingen geven vaak hun resultaten weer in termen van radiale beweging ten opzichte van het zwaartepunt van het zonnestelsel (“barycentrisch”), waarbij de invloed van de beweging van de aarde rond de zon wordt afgetrokken. Objecten die om elkaar heen draaien, hebben radiale snelheden die in de loop van de tijd variëren. Het effect is het sterkst wanneer we toevallig het baanvlak vanaf de zijkant zien. In dat geval zal de baanbeweging periodiek en om beurten elk van de objecten rechtstreeks van ons af en rechtstreeks naar ons toe brengen. Radiale snelheidsmetingen kunnen worden gebruikt om dergelijke baanbewegingen af te leiden, zelfs wanneer de objecten zelf niet afzonderlijk zichtbaar zijn.
Aangezien hogere massa's hogere snelheden veroorzaken, kunnen dergelijke metingen worden gebruikt om de massa's van de rondcirkelende objecten te schatten. Dit is gebruikt om dubbelsterren of exoplaneten die rond sterren cirkelen te ontdekken, en om de massa's van sterrenclusters en hele sterrenstelsels te reconstrueren. Een systematische analyse van de afstanden en radiale snelheden van sterrenstelsels leidde tot de ontdekking van de kosmische uitdijing.
Gerelateerde termen:
• Dopplereffect
• Spectrum