In een fysisch systeem dat in de loop van de tijd tot rust is gekomen en een zogenaamd thermisch evenwicht heeft bereikt, heeft elke manier waarop het systeem kan veranderen (elke “vrijheidsgraad”) gemiddeld dezelfde energie. De temperatuur van het systeem is een maat voor hoe groot die gemiddelde energie is.
Temperatuur is belangrijk in alle disciplines van de natuurwetenschappen en in de meeste aspecten van het dagelijks leven. De meest gangbare temperatuurschalen zijn de schaal van Celsius (voorheen centigrade, aangeduid als °C), de schaal van Fahrenheit (aangeduid als °F) en de schaal van Kelvin (aangeduid als K). De laatste wordt voornamelijk gebruikt voor wetenschappelijke doeleinden. De laagste theoretische temperatuur is het absolute nulpunt (0 K = -273,15 °C), waarbij geen thermische energie meer uit een lichaam kan worden gehaald. In de kern van sterren is de temperatuur hoger dan 10 miljoen K, terwijl het in koude moleculaire wolken van interstellair gas wel 10 K kan zijn.
Gerelateerde termen:
• Absoluut nulpunt
• Energie
• Thermische straling